(0180) 66 41 41 info@luijtenverwarming.nl

Cock de Bruin mag dan al wel een aantal jaren met pensioen zijn, zijn band met Luijten is nog altijd groot.

“Ik werd in 1978 door Kees Luijten, de vader van huidig Luijten-directeur Patrick Luijten, gevraagd om als loodgieter voor zijn bedrijf te komen werken”, gaat Cock de Bruijn (69) tweeëndertig jaar terug in de tijd. “Een jaar eerder hd ik al eens gesolliciteerd, maar toen ging de baan naar…. mijn broer. Hij was ’s ochtends wezen praten, ik ’s middags. Ze namen hem aan, maar schijnbaar hadden ze mijn naam toch in een of andere kaartenbak bewaard. Op een zaterdagavond stond Kees Luijten ineens op de stoep met de vraag ‘heb je zin om alsnog bij ons te komen werken?’ Dat had ik! Nooit een seconde spijt van gehad. Ik heb in die ruim dertig jaar van alles meegemaakt. Vooral mooie dingen en kameraadschap onderling. Ik heb de huidige directeur Patrick en zijn broer Ronnie zien opgroeien en ben later met ze gaan werken. Het bedrijf voelde en voelt als familie. Al vrij snel na mijn pensionering werd me door Martin Kaman (directeur Luijten Installatietechniek, red.) gevraagd of ik nog wat dagdelen per week prefab-klusjes wilde doen in de werkplaats. Dat leek me wel wat. Na overleg met mijn vrouw Annie ben ik er in gestapt. Dat beviel uitstekend.”

Een aneurysma echter zette het leven van Cock en Annie de Bruin de voorbije zomer totaal op zijn kop. “Ik zat op de camping in Ulvenhout toen ik plotsklaps enorme last van mijn rug kreeg, een pijn die uitstraalde naar mijn liezen. Ik kon van het ene op het andere moment niets meer. De ambulance kwam en ik werd vervoerd naar het ziekenhuis. Daar constateerde men een bloedvatverwijding van 12 centimeter. Direct opereren was noodzakelijk. Ik bleek in acuut levensgevaar.

Toen ik was bijgekomen zei de arts: het goede nieuws is dat u het overleefd hebt, het slecht dat u door de operatie een dwarslaesie hebt opgelopen. Met andere worden: ik moest de rest van mijn leven in een rolstoel doorbrengen. Dat was een zware klap die ik te verwerken kreeg. Een mededeling ook met veel consequenties. Niet alleen voor mij, maar ook voor mijn vrouw. Inmiddels zit ik in de laatste fase van mijn revalidatie en heb ik de knop omgezet. Ik ga niet verder somberen over wat ik niet meer kan maar juist kijken wat er nog wél mogelijk is.

Eén van die dingen is een terugkeer naar Luijten. Het lijkt me fijn om daar weer wat te gaan doen en ik heb van de mensen daar begrepen dat ze er net zo in staan. Dat bedoel ik met dat ‘familiegevoel hè! Voor mij is het prettig om straks weer wat om handen te hebben én deel uit te maken van het team. Gewoon tussen de jongens. Van nut zijn. Ik kijk er naar uit.”